PORTRET: Frédéric
25 mai 2023

Frédéric

“Het werk is naar mijn mening te oppervlakkig”

Frédéric was advocaat. Hij werd geboren in Luik en vond zijn thuis, na een intermezzo van enkele jaren in San Francisco, in Brussel. Hij woont er, samen met zijn vrouw, al ongeveer 35 jaar. De vele internationale carrièremogelijkheden waren een motivatie om in de hoofdstad te blijven, maar toch blijft hij gehecht aan zijn geboortestad. Als stadsmens in hart en nieren woont Frédéric in Sint-Pieters-Woluwe. Voor hem biedt de stad veel voordelen, zoals de kans om zijn kinderen naar goede scholen te sturen en een groene en open leefomgeving. De Vogelzangwijk staat bekend om zijn rust en groen. “Het is een vredige plek waar buren elkaar kennen en waar het wijkleven belangrijk is.” Zijn drie kinderen hebben hem acht kleinkinderen gegeven die tussen 2 en 9 jaar oud zijn. “Nu hebben we veel vierkante meters voor ons twee, maar dat is wel handig wanneer de kinderen komen logeren.”  Elke woensdag komen ze immers middageten met hun oppas. En in het weekend organiseren we een brunch.

Als vennoot van zijn advocatenkantoor was hij volgens de beroepsregels op 55-jarige leeftijd met pensioen moeten gaan. Hij heeft echter een beetje geanticipeerd op dat moment om zich te kunnen wijden aan een project dat hem na aan het hart ligt: de oprichting van een investeringsfonds dat zich richt op de exploitatie van biomassa[1] als “veelbelovend” alternatief voor fossiele brandstoffen. Als geëngageerd ondernemer wordt hij gedreven door een diepe overtuiging: de noodzaak om duurzame oplossingen te vinden om aan de energiebehoeften van de samenleving te voldoen.

Voor hem is burgerparticipatie in klimaatgerelateerde kwesties belangrijk, niet het minst om de toekomst van zijn kleinkinderen veilig te stellen: “Ik maak me vooral zorgen om mijn kleinkinderen: de ernstigste gevolgen van de klimaatverandering zullen zich in de erg nabije toekomst voordoen.” Frédéric vindt de Burgerraad voor het klimaat een goed initiatief, maar vindt dat het wel wat diepgaander en interactiever had gekund. “Er heerst een goede sfeer. De organisatoren doen hun werk goed, maar het werk dat we hier doen is naar mijn smaak te oppervlakkig. Idealiter hadden we een paar sessies meer moeten hebben om tot de kern van de zaak door te kunnen dringen (…) met name om betere en preciezere vragen te stellen aan de betrokken actoren.”

Hij uitte ook zijn bezorgdheid over de “politieke oriëntatie” van de Raad; “men is geneigd om gepassioneerd te zijn en te radicale aanbevelingen voor te stellen, waarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met de economische en sociale beperkingen.” Volgens hem weerspiegelt dat niet de volledige Brusselse bevolking, maar eerder een zekere vertekening in de samenstelling van de Raad. Deze bedenking weerhield hem er niet van het avontuur met belangstelling te volgen en zijn stem te laten horen. “Ik denk dat de urgentie niet zo duidelijk is, omdat de effecten van onze acties niet onmiddellijk zichtbaar zijn.Zijn prioriteiten? Herbebossing en de bescherming van de bossen.

[1] Biomassa wordt gebruikt om energie te produceren uit hernieuwbare organische materialen zoals hout.