Aymar leeft in sneltreinvaart. Hij is nu 31 jaar en heeft net samen met twee vrienden een bedrijf voor het hergebruik en de revalorisatie van industrieel afvalwater opgericht. Aymar is biotechnologisch ingenieur en werkt als freelancer, omdat hij op zijn vrijheid en onafhankelijkheid gesteld is. En hij heeft al een knap parcours afgelegd. Toen hij aan het eind van zijn studies, na een stage van enkele maanden aan het Massachusetts Institute of Technology, naar Brussel terugkeerde, ontmoette hij daar een man die zijn leven zou veranderen: de poolreiziger Alain Hubert. Die ontmoeting leidde ertoe dat hij vijf jaar lang voor de Prinses Elisabethbasis in Antarctica ging werken. Veldmissies van verscheidene maanden tijdens de australe zomer, van november tot maart, maakten hem sterk bewust van het klimaatthema. « De mens kan in Antarctica weinig doen, we voeren er vooral onderzoek uit naar de impact van de klimaatverwarming op het smelten van het ijs, de zeespiegel, de regulering van de atmosfeer…« .
Omdat hij in Antarctica was, kon hij niet aanwezig zijn bij de start van de Burgerraad (cyclus 1), maar omdat hij « supergemotiveerd » was en vond dat hij « een rol te spelen had », heeft hij « alles uit de kast gehaald ». Aymar is dus een van de burgers die zich al bewust waren van het onderwerp. Hoe heeft hij de gesprekken ervaren? Verschillende standpunten maar ook verschillen in de benadering van het thema? Hij vond het een moeilijke oefening, ook omdat de leefomgeving een te groot, te complex onderwerp is. Bovendien merkte hij een verschil tussen de ambities en de middelen waarover de Raad beschikte. Zoals veel van zijn collega’s voelde hij aan het eind van de cyclus een tijdsdruk om aanbevelingen te formuleren. « In plaats van het wiel opnieuw uit te vinden of te ambitieuze aanbevelingen te doen, zouden we de burgers verschillende opties moeten voorleggen en hen raadplegen over de gevolgen van die voorstellen« , vindt hij. Dat is een van de redenen waarom hij vrij teleurgesteld is over de feedback van de regering. Als lid van het begeleidend comité had hij liever preciezere en meer directe antwoorden gekregen. Anderzijds gelooft hij stellig in de participerende democratie en is hij ervan overtuigd dat het nuttig is om « de realiteit van de basis naar de politiek toe te brengen, om de onverschilligheid en het wantrouwen van burgers ten opzichte van de politici tegen te gaan« .